Snel minder lood in sportvisserij

Het gebruik van lood door sportvissers moet de komende drie jaar met minimaal dertig procent dalen. Voor de langere termijn is het de bedoeling om het vislood helemaal uit te bannen. Dit spaart het milieu en het is beter voor de gezondheid van vissers. 
Over de beoogde reductie van het gebruik van lood in de sportvisserij heeft minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit namens het kabinet afspraken gemaakt met Sportvisserij Nederland, Natuurmonumenten, de Unie van Waterschappen en brancheorganisatie Dibevo. De afspraken, waaraan ook de ministeries van VWS, I&W en EZK zich hebben gecommitteerd, zijn vastgelegd in een ‘green deal’, die vandaag door alle partijen is getekend. 
 
Nederland telt een groot aantal sportvissers. Bijna 1,2 miljoen mensen gaan één of meerdere keren per jaar vissen. Vrijwel elke sportvisser maakt daarbij gebruik van lood, als verzwaring aan de vislijn. Door verlies belandt er jaarlijks naar schatting 54.000 kilo lood in het zoete oppervlaktewater en nog eens 470.000 kilo in het zee- en kustwater. Dit lood hoort niet thuis in het milieu, het is gevaarlijk voor mens en dier. Bovendien kleven er aan het gebruik van lood ook directe gezondheidsrisico’s. Met name sportvissers die zelf lood gieten, lopen het risico dat zij giftige dampen inademen. 
 
Om ervoor te zorgen dat er in 2021 daadwerkelijk dertig procent minder lood wordt gebruikt, zullen alle partijen de komende periode sterk inzetten op volwaardige, duurzame alternatieven voor het huidige vislood. Daarbij gaat het producten van bijvoorbeeld steen, glas of ijzer. De detailhandel gaat klanten nieuwe, milieuvriendelijke producten adviseren en het assortiment lood wordt geleidelijk afgebouwd. Daarnaast komt er een campagne om sportvissers te informeren over de nadelen van lood en om hen te wijzen op de beschikbare alternatieven. Ook is het de bedoeling om de komende jaren gebieden aan te wijzen waar niet meer met lood gevist mag worden.