Nederlandse visser kan vooruit met visserijafspraken Brussel

17-12-2013 — Nederlandse vissers krijgen niet te maken met een vermindering van het aantal zeedagen, zodat ze voldoende mogelijkheid hebben om te blijven vissen.
Het aantal zeedagen blijft gelijk en past daarmee eveneens in het toewerken naar een gezond visbestand. Daarbij is aangedrongen op aanpassing van het beheerplan voor tong en schol en gaan vangstmogelijkheden voor vissoorten als zilversmelt, tarbot en griet niet achteruit. Dat zijn de belangrijkste resultaten uit de Brusselse Visserijraad voor visvangstafspraken in 2014, waar staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken aanwezig is. Hiermee zijn voor Nederlandse vissers wezenlijke punten binnengehaald.
Verder is er voor vissers op horsmakreel een geleidelijke vangstafbouw geregeld en krijgen haaien en roggen als kwetsbare vissoorten volgend jaar opnieuw adequate bescherming.
Dijksma: “Voor de Nederlandse vissers is een prima akkoord bereikt. We moeten toe naar een duurzame Europese visserijsector, maar wel op een verantwoorde manier. Waar een goede balans is tussen het genereren van voldoende inkomsten voor vissers en het genereren van gezonde  visbestanden in onze wateren.”
Zeedagen
Vissers van onder meer kabeljauw en platvis (tong en schol) zijn voor het vissen op hun quota gebonden aan zogenoemde kilowattdagen of zeedagen, de maximale toegestane visserijinspanning gerelateerd aan het vermogen van het vistuig. Voor het komende jaar blijft dat aantal gelijk. Zodat vissers de kans houden op hun quotum te blijven vissen, maar tegelijk op een juiste wijze toegewerkt kan worden naar een duurzaam visbestand in 2015: wateren met een grote diversiteit aan vis, lage visserijsterfte en waaruit maximaal duurzame opbrengst kan worden gehaald. En zodoende minder bijvangst nodig is.
Tweede fase tong en schol
Dijksma heeft bij de Europese Commissie aangedrongen op een tweede fase in het plan het tong en schol bestand op orde te brengen. Op tong en schol wordt veel gevist in Nederland. Uit wetenschappelijk onderzoek van ICES - aangewezen als organisatie die beheerplannen van visbestanden evalueert – blijkt dat de tong- en schol populatie flink is verbeterd. De Europese Commissie heeft op verzoek van Dijksma toegezegd volgend jaar toe te werken naar een tweede fase. Wanneer deze is bereikt, kan er een minder strikte vangstreductie worden opgelegd.
Vangstmogelijkheden
De vangstmogelijkheden voor specifieke vissoorten in de Noordzee blijven onveranderd. Voor zilversmelt, tarbot en griet, schar en bot, tongschar en witje is er geen verandering in hoeveelheid, door positieve wetenschappelijke adviezen. Verder komt er voor het vissen op horsmakreel een stapsgewijze reductie, in overstemming met het advies van de Pelagische Regionale Advies Raad. De Europese Commissie stelde een directe reductie van 40 procent voor. Een geleidelijke daling leidt tot een maximaal duurzame opbrengst in 2015.
Bron: Rijksoverheid