Eerder voorlopige hechtenis in combinatie met snelrechtzitting

13-05-2014 - De Eerste Kamer heeft met een ruime meerderheid het wetsvoorstel van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) aangenomen dat het mogelijk maakt meer verdachten in afwachting van hun berechting via snelrecht vast te houden.
Daarbij gaat het om geweldsmisdrijven in de publieke ruimte of geweld tegen personen met een publieke taak, zoals politie, brandweer en ambulancepersoneel. Zo wordt het mogelijk ook 'first offenders' voor meer misdrijven in voorlopige hechtenis te nemen dan nu het geval is.
 
Verdachten van deze feiten komen dan niet op vrije voeten, voordat de snelrechtzitting heeft plaatsgevonden. De huidige wetgeving biedt daartoe onvoldoende mogelijkheden. De regeling introduceert een nieuwe grond voor voorlopige hechtenis bij  toepassing van snelrecht, dat wil zeggen, berechting binnen 17 dagen. Wel moet het gaan om verdachten die naar verwachting een vrijheidsstraf van enkele weken of maanden krijgen opgelegd. In deze gevallen zal de uiteindelijke straf meestal meteen in aansluiting op de voorlopige hechtenis ten uitvoer worden gelegd. 
 
Geweldsmisdrijven leveren onder bepaalde omstandigheden extra gevaar op voor personen of kunnen aanleiding geven tot ernstige ordeverstoringen of onbeheersbare situaties bij grote evenementen. Het gaat om mishandeling, bedreiging, openlijke geweldpleging, brandstichting of vernieling, gericht tegen personen met een publieke taak, of gepleegd tijdens evenementen of bij winkels, horeca- of andere uitgaansgelegenheden. Dit kan leiden tot grote maatschappelijke onrust, risicovolle situaties en verontwaardiging. Daarom wil Opstelten voorlopige hechtenis tot de snelrechtzitting mogelijk maken, in meer gevallen dan nu is toegestaan.
 
Het gaat om zaken waarin het strafrechtelijke onderzoek relatief eenvoudig is en snel kan worden afgerond. De termijn van zeventien dagen kan ook worden benut door het slachtoffer die zijn vordering tot schadevergoeding tegen de dader kan voorbereiden. Deze kan dan samen met de strafzaak door de strafrechter op de terechtzitting worden afgedaan. 
 
Snelle vervolging en berechting van verdachten van deze misdrijven (lik op stuk) is noodzakelijk om verdachten en samenleving meteen na het begaan van het strafbaar feit duidelijk te maken dat dergelijk gedrag onaanvaardbaar is en een serieuze justitiële reactie verdient.
Bron: Rijksoverheid