Oproep: Minder dieren doden

De Tweede Kamer praat op 15 juni aanstaande over het wetsvoorstel Wet natuurbescherming. Daarin gaat het ook over de dieren die vrij in onze natuur leven. De Dierenbescherming roept de Kamer op om in de wet vast te leggen dat er actief gestreefd moet worden naar een vermindering van het aantal te doden dieren.
Dit is een helder en werkbaar uitgangspunt, waar eenieder  zich toch in zou moeten kunnen vinden en dat een bijdrage levert aan het voorkomen van veel onnodig dierenleed. Daarbij heeft de dierenwelzijnsorganisatie een aantal concrete aanpassingen en aanscherpingen van het wetsvoorstel voorgesteld die helpen bij het invulling geven aan dit uitgangspunt. De aandacht gaat daarbij vooral uit naar jacht, schade- en overlastbestrijding en het promoten van alternatieven voor het doden van dieren.
 
Zo stelt de Dierenbescherming dat het opstellen van deze nieuwe wet hét moment is om te stoppen met benuttingsjacht. Dit kan door lijst met vrij te bejagen dieren, de zogenaamde jachtlijst, naar nul te brengen. Daarnaast pleit de Dierenbescherming ervoor om de landelijke en provinciale vrijstellingslijsten uit het wetsvoorstel te schrappen. Geen enkel dier veroorzaakt overal en altijd schade of overlast. Als dit toch ergens het geval is, dan moet er maatwerk worden geleverd. Daarbij stelt de dierenwelzijnsorganisatie dat voor het voorkomen van schade een bepaling in de wet zou moeten worden opgenomen die ervoor zorgt dat de hele voedselketen, dus niet alleen de boeren die de directe schade ondervinden, bijdraagt aan een fonds waaruit alternatieven voor het doden van dieren gefinancierd kunnen worden. Denk aan de aanschaf van verjagingsmiddelen en de inzet van verjagingsteams. Noodzakelijk daarbij is ook dat in de wet wordt gewaarborgd dat er financiële middelen voor onderzoek naar alternatieven beschikbaar blijft. 
 
Jagen in de natuur
Naast bovenstaande dreigt in de nieuwe wet het verbod op jagen in natuurgebieden te verdwijnen. De Dierenbescherming vindt dat dit er weer in opgenomen moet worden. Jagen past niet bij de status en aard van beschermde natuurgebieden. Eén-op-één drukjacht op wilde zwijnen moet juist niet meer in de nieuwe wet worden opgenomen, het is buitengewoon dieronvriendelijk en ongewenst. Hetzelfde geldt voor het doden van dieren tijdens de kraam-, zoog en broedperiode. Ouderdieren worden gedood en het kroost sterft de hongerdood. Onacceptabel vindt de Dierenbescherming.  
 
Zwerfkatten
De Dierenbescherming constateert verder dat in het huidige wetsvoorstel verwilderde huisdieren en exoten door de staatsecretaris van Economische Zaken aangewezen mogen worden voor bestrijding in de provincies. Iets dat overigens nu ook al gebeurt. Gezien de door de Tweede Kamer aangenomen motie tegen het afschieten van zwerfkatten, vindt de Dierenbescherming dat deze dieren hier dus niet langer voor aangewezen mogen worden.
 
Faunabeheereenheden
Veel dieren worden gedood in het kader van schade -en overlast bestrijding. Voor de uitvoer hiervan zijn de Faunabeheereenheden verantwoordelijk. Hierin zijn nu alleen grondgebruikers (landbouwers, jagers en natuurbeheerders) vertegenwoordigd. De Dierenbescherming vindt deze samenstelling te beperkt om tot goed gewogen en maatschappelijk acceptabele beheerplannen te komen. Ze stelt voor in de wet op te nemen dat deze uitgebreid moet worden, in ieder geval met een vertegenwoordiger voor dierenwelzijn.
 
http://www.dierenbescherming.nl